De lucht ruikt naar regen. In de verte horen we het donderen. De natuur kreunt onder de droogte en snakt naar vocht. We hangen en wiegen op het terras. De metalen golfplaten boven onze hoofden stralen de opgeslagen warmte genadeloos op onze bezwete lijven. Oktober en november, de maanden vóór de regens, worden de meeste zelfmoorden gepleegd in het zuidelijk halfrond.

Les nouvelles bananes sont arrivées en de popo’s hangen rond en vol te rijpen aan de gladde, vezelachtige stam van de papayaboom. Het grasveld zit vol gaten van de duizenden krekels die er zich tegoed doen aan de wortels net onder de grond. Voor de Hoepoe en een koppeltje Bruinkopijsvogels is het een festijn. Het is broedtijd en de tuin zit vol gevogelte van allerlei pluimage. De Afrikaanse Paradijsvliegevanger, met zijn lange bruine staart, steelt de show.

Rammstein knalt uit de boxen, de bassen daveren en persen mij nog een laatste keer wat rest aan hormonen uit de organen. Uiteindelijk komen de haren recht. Oef! Ze werken nog. Ooit ging ik de beklimming van de Tourmalet te lijf op hun muziek. Los, Du riechst so gut, die Sonne, Sehnsucht! Desondanks eindigde ik toen tweede op die mythische col. Vijf minuten vóór de top moest ik cassette draaien in mijn walkman en spurtte/kroop de uiteindelijke winnaar mij hijgend, met de tong over het stuur, kromgebogen en uitgedroogd, verzuurd tot achter zijn oren voorbij. Rammstein heb ik het allang vergeven. De walkman niet! Moeilijk rijden is het met zo’n ding in je achterzak. Verstopt tussen uitlopende gelletjes en kruimels van powerbars, was het een wonder dat ik de startknop in volle inspanning ingedrukt kreeg. Timing is bovendien belangrijk. Niet te vroeg en zeker niet te laat. Eens de finish overschreden doet Rammstein pijn aan de oren.

Een volwassen man, in een versleten rolstoel met zijn door polio aangetaste beentjes gekruist, spreekt honderduit met een andere man naast mij op de stoep voor de supermarkt. Het is hamsterperiode. Vooral geïmporteerde produkten zijn schaars en worden duur en slechts met mondjesmaat in de rekken gelegd. Hier en daar pik ik een woordje op van wat ze in het lokale taaltje zeggen. Ze spreken Ndebele en lachen erop los. Het klikt en klakt en schatert. Wat is het?! Even later rolt hij verder, de parking op. De andere kijkt mij aan en groet. Ik vraag hem waarom het gesprek zo grappig was. We hadden het over jou, zegt hij met een glimlach en zonder schroom. Jij rijdt in zijn droomauto en als er één voertuig is dat hij zou willen stelen, dan is het de jouwe wel. Hij zou dan hoog boven de grond zitten achter het stuur en niemand die hem nog kon afschrikken. Even later loop ik met een paar flessen drinkwater die nota bene ook gerantsoeneerd zijn, naar de Landcruiser. De man met de poliobenen zit iets verder langs de kant. Dus jij wou mijn auto stelen!, zeg ik hem, tof is dat. Het was een grap, lacht hij me toe. OK, zeg ik, dan sponser ik je wel voor een andere. En ik steek hem een paar dollar in de hand.
Even later sta ik aan een benzinestation-zonder-benzine. Gelukkig moet ik enkel een band laten bijpompen. Hoeveel druk heb je erop gezet?, vraag ik de pompbediende. 50 cent, antwoordt hij. Ik probeer nog enkele keren de bandendruk te weten te komen, maar krijg telkens hetzelfde antwoord. Trouwens, Diesel hebben ze wel en die kost $1.40. Te duur voor iemand van hier. Ondertussen is de Bond zo in waarde gedevalueerd dat er 3 worden gegeven voor de US$. Uiteindelijk kappen we onze bak(240l) vol voor omgerekend 40cent de liter. Elk nadeel heb zijn voordeel! On the road again.

Sehnsucht blijkt onvertaalbaar en betekent zoiets als een soort snakken naar, een onuitstaanbaar verlangen, een zucht naar iets wat er niet is. Wanneer liefde pijn wordt, dorst droogte, honger lijden,… Gefundenes fressen hier. Zowat van alles is er tekort en als er dan al iets is, wordt het algauw teveel. Afwachten welke kant het dit jaar met de regens uitgaat.