Eigenlijk waren mijn kinderjaren op het erf vooraan het huis of achteraan in de fruittuin en nog veel verder in de koeienwei de gelukkigste dagen van mijn leven, tot ik opgroeide en gelukkig werd.
Meer dan 20.000 doden en een niet te overziene menselijke schade later, lijken we nog altijd problemen te hebben met de aanpak van het probleem. Eerst raakten we niet wakker uit onze winterslaap, dan , geschrokken, kregen we de testmotor niet op gang, daarna de traceringsmotor, dan de vaccinatiemotor, dan geloven of niet terug de testmotor, traceringsmotor,… het is varen met de riemen die je hebt als je met een Tesla Paris-Dakar wil rijden en je gaat ervanuit dat het futuristische voertuig ergens in het midden van de woestijn wel kan bijgeladen worden. Desnoods tanken we een bidon naft, doen hier en daar een kleine aanpassing om het ding weer honderd km verder te krijgen. Timboektoe 1500km.

Er ontsnapt mij een grom waarvan uit het ingewand van mijn hoofd snot mijn neus indruipt. Als een volleerd flandrien snuit ik al tweewielend het slijm de graskant in. Rechter én linker neusgat! Alleen Jeroen Brouwers braakt dat soort woorden op papier. Soms sta je zo versteld van de stortvloed dat het beter is ze gewoon te kopiëren. Vaak herlees je de zinnen even om te beseffen wat daar allemaal zwart op wit staat. Verstomd begrijp je hoe simpel mooi het is.
Ondertussen regent het hier al een maand onafgebroken. Het gras verzuipt, de akkers staan blank. Op Het Nieuws blijft de weerman ons overtuigen dat het grondwaterpeil nog altijd te laag staat. De dammen rond Bulawayo lopen over, meldt men ons. Inyankuni, Higher en Lower Ncema, Umzingwane,…. daar was het echt nodig. Het laatste deftige regenseizoen dateert van vijf jaar geleden. Nu de infrastructuur wat herstellen en het water komt uit de kraan. De hele bevolking veert op als er een normaal regenseizoen is. Het is zoals de lente, de eerste zon en langere dagen ons hier in de Lage Landen uit de winterslaap trekken.
Weggeplukt uit een Griekse tragedie, belerend, demagoog uit de oude doos. Onze nieuwe minister van volksgezondheid, die in een vorig leven nog een paar miljoen biljetten smeergeld in paniek in de fik stak, volhardt nu in een overtuigd manipuleren van wat gewoon slecht nieuws is in een goednieuwsshow. Of het nu testing, tracing of vaccinatie betreft, het slechte nieuws behoort de ander toe. Wij doen het goed en op zijn minst beter dan de ons omringende landen. Ook onze experts raken coronamoe en hoe meer ze deelnemen aan het beleid, hoe minder ze zeggen. Alle neuzen wijzen in dezelfde richting. En dat is nooit een goed teken! Zen en geduld! VDB als Dalai Lama van een gegijzeld land!

Wat die experts betreft, kan ik me al onmiddellijk corrigeren. Er is altijd een moment dat de politiek zich zo flagrant politiek gedraagt, dwz niet zeggen wat er moet gezegd worden, dat de brave bollebozen het gewoon niet meer kunnen aanhoren. Uitgeput staan ze ons dan te woord om het falende beleid bij te sturen of op zijn minst de druk erop te verhogen zodat het niet te hard uit de hand loopt. De dreiging is groot en de preventieparadox speelt hen parten. Een politieker is per definitie populist of voldoende people’s manager om slecht nieuws mooi verpakken of te verzwijgen. Waarom snel handelen als er nog geen paniek is. En waarom paniek zaaien?!

De geur van verbrande diesel om vijf uur in de morgen dwarrelt binnen door het kleine raam van de mansarde tweehoog in het ouderlijk huis. Het is er koud. Op winterse nachten vriest mijn dampige adem vast op het zware wollen deken dat mijn lichaam bedekt. Ik ben bang in het donker en vaak lig ik omgedraaid in bed. Mijn hoofd aan het voeteinde tot ik bijna stik! Aan de bovenkant heersen monsters en geesten. Honderden weesgegroetjes en onzevaders later belandt mijn getormenteerde zelf eindelijk in een slaap vol zoete dromen. Alles komt goed!