Het ene klinkt iets toegankelijker dan het andere. Het is zoals Hovenier en Hovenaar. De eerste draagt zorg voor de tuin en alles wat daarrond draait. De insecten, bloemen, vogels en planten zijn zijn leven. De Hovenaar daarentegen is bestemd, vastgelegd en bepaald in zijn bestaan. Tenzij hij verhuist uiteraard. Maar met een beetje geluk kan hij of zij fier zijn een inwoner van Hove te zijn. Één van rijkere gemeenten van België, geen KMO, … Maar net zo goed kan een foute burgemeester, een corrupte ambtenaar, vuile lucht, een storende geur, een te rijke buurman met veel auto’s, een iets te diep over de haag hangende buurvrouw, een lawaaierige straat, …het perfecte plaatje verpesten. Hovenaar genoemd worden is dan ondraaglijk! Het is vergelijkbaar met ons Belg zijn!

Ovenier wordt men niet zomaar. Het vraagt een mindset, een visie om een doel te bereiken dat aanvankelijk onbereikbaar lijkt. De Warme Bakker om de hoek werkt dag en nacht om zo snel mogelijk ‘binnen’ te zijn. Rijk genoeg om in een strandstoel op het strand van Benidorm te gaan liggen. Voor de rest van zijn leven! Hij gaat s’morgens pistoletjes halen bij de Belgische bakker op de Calle Gasos, rijdt na het overheerlijk ontbijt naar de Belgische kapper van Spaanse origine op de Plaza Major, drinkt dan zo rond den elven een aperitief met zijn vrouw in het Belgisch café op de Avenida Christina, luncht bij zijn Belgische vriend in Den Anker op de corniche, waarna de siësta een rustpauze geeft aan maag en darmen om tegen zonsondergang met enkele Belgische vrienden verder weg te zakken met een Belgisch biertje in de hand. Daarna gaat het strompelend richting Belgische matras! Het avondeten is voor morgen. Uren tellen hier niet. De dag is lang, de nacht nog langer!

Ovenaar klinkt als de bezitter van een oven. ‘Ik ben eigenaar van een oven! Zeg dus gewoon ‘ovenaar’ tegen mij!’ Geef mij dan toch maar de romantische, zorgzame ovenier, die urenlang blokken hout op het vuur gooit om dan geduldig de temperatuur te zien stijgen tot de uiteindelijke bakhitte bereikt is.
Vandaag is de tweede testdag. Na het uitproberen van de pizzaoven, met succes overigens, is het nu de beurt aan de broodoven. Het ultieme doel van wat begon bij een oude mazouttank, is vloerekes bakken in een houtgebrande oven. Het is de overtreffende trap van een pizza op een hete stenen vloer gooien.

Om elf uur wijst de nieuwe, door DHL geleverde thermometer, bimetaalgestuurd ongeveer 0°C aan. Lager kan het ding niet. Het is er niet voor gemaakt. De extreemste warmte, of beter hitte, die geregistreerd kan worden door deze blinkende schijf met naald is 500°C. We leggen zorgvuldig, met koude,trillende handen, een paar twijgen op mekaar en maken het vuur aan. Algauw wijst de nieuwe wijzer 20° C aan. Het ding werkt!
Een uur of twee later zitten we aan 40°C. We schakelen bij en gooien nu meer en meer hout op het vuur. 60°-80°! Een kuub hout en zes uur verder naderen we de mythische drempel van 100°C. Kunnen de oven en de tank dit aan?! Ontploft het logge ding zodadelijk in ons gezicht! Om halfweg te vieren openen we alleszins al een flesje ijskoude Cava. Het is makkelijker om dit heerlijke vocht koud te houden bij een buitentemperatuur van rond het vriespunt, dan de oven inwendig op te warmen tot boven de 200°C. Een paar ton vuurvaste stenen vullen een roestige tank van millimetersdik staal tot boven. Die massa opwarmen vraagt tijd. Veel tijd en vooral hout! Ecologische broodjes? Nog een beetje bijvullen en dan een pauze inlassen. Een uur of wat later, de tank staat langs alle kanten stoom en rook uit te hoesten, zijn we aan 160°C. De hitte is ondraaglijk. Maar de test is geslaagd, concluderen we. Een marathon van 42km train je ook trapsgewijs. Eens de 30km gehaald, weet je dat de volle afstand binnen bereik ligt.

Verse vloerekes…die zijn voor zondag! Dan wordt beslist of het hier gaat om een fiere ovenier of toch maar een ovenaar.
Via een link op FB ontdek ik nu pas je blog. Ik ga lezen (en af en toe reageren). Groet van bij de geburen. Vroeger Boechout – Hove. Nu Zim – Moz
LikeGeliked door 1 persoon