Het is weer de tijd van het jaar dat duizenden fazanten worden uitgezet in de bossen rondom. Af en toe, steeds meer, komen er enkele in de tuin binnengevlogen om zich te verstoppen tussen onze kiekens en zich zo te goed te doen aan de speciale mix kippenvoer.
In de ‘vrije’ natuur ziet het leven van deze boskiekes er heel anders uit. Net verlost van de ren, worden ze opgejaagd door honden en kloppers om, eens ze de vleugels strekken, met een lading lood tussen de ribben enkele meters verder dood terug op de grond neer te ploffen. Vrijheid kan verraderlijk zijn. Trouwens, nu de Covid19-maatregelen terug verstrengd en de restaurants voor de tweede maal gesloten zijn, worden de kapotgeschoten karkassen vrij zeker tot kippenworst gemalen of belanden ze gewoon terug bij de supermix kippenvoer om de volgende generatie jachtvertier groot te brengen.

De Gallus Gallus Domesticus is van oorsprong familie van de fazanten, maar lijkt in de verste verte niet meer op zijn soortgenoten. Maar met veel geduld, na lang proberen en met de hulp van nog aanwezige genen, is evolutie zichtbaar. Neem nu onze kippen thuis in de tuin. Na generaties zijn ze geëvolueerd tot een soort dat beter vliegt dan de doorsnee fazant en hoog in de bomen slaapt tussen eksters en bosduiven. De hanen kraaien erop los en de hennen leggen eieren in struiken alsof het hele jaar door Pasen gevierd wordt.Ze broeden de stenen uit de grond en leiden een leven als God in Frankrijk. Daar botst de evolutie van de Domesticus met een ondertussen geëvolueerde maatschappij. Het fenomeen is nl. een doorn in het oog van enkele buren die hun moestuin zien omgewoeld, hun nachtrust krijgen verstoord en van het principe zijn dat een kip in een hok hoort en scharrelt in een modderig, armtierig rennetje. Eieren koop je in de supermarkt, toch?! Het huisalarm van de buren of loeiende sirenes in tijden van Corona zijn meer vertrouwde geluiden dan het gekukeleku of de cocorico van een haan vroeg in de ochtend.

De jacht is geopend! Fazanten, patrijzen, herten, vossen, everzwijnen en sinds kort de wolf, een supertrofee om in jagerskringen wereldwijd mee uit te pakken…zijn kop opgezet aan de muur boven de open haard.
Ondertussen zijn de beruchte hanen gevangen, gevild of gepluimd en hebben de kippen, geknipt, een nieuw onderkomen gevonden. En wij…?!
Wij beginnen gewoon van begin af aan. Dertig jaar evolutie uitgewist en terug een batterijkip, steriel en met gebrande vleugels in een bakje stro, volgemest met legmeel om hopelijk, als de dagen terug langer worden, elke dag op de aangewezen plaats, een ei te lossen. Want dat is het…laden en lossen…
…wat de jagers doen als ontspanning, overstressed van hun job, lijdend aan een chronische insomnia veroorzaakt door de vreemdste geluiden in hun hoofd.

‘Ik moet de frietjes wat laten afwarmen!, zegt Ferron overtuigd als hij een jong haantje uit de tuin bruingebakken tussen knapperige, goudgele frieten op zijn bord ziet liggen. ‘ Voor ik ze kan opeten, moeten ze eerst afwarmen’, herhaalt hij doodernstig. Op-en afwarmen, af-en opkoelen… Leve de vrijheid in het brein van een zesjarige!
Een fazant vliegt net van de grond op omhoog over de bomen rondom. Hij kraait erop los, kan zijn pret niet op, want hier zit hij veilig en vertrouwd. De buurman is weipalen met een stalen hamer in de grond aan’t kloppen, denk ik telkens een fazant zich in onze tuin verstopt en ‘kraait’. De laatste wilde kippen worden gevangen. Voor de jacht begon waren ze nog met meer dan dertig, waarvan minstens vier volwassen hanen. De laats wilde Galliërs zijn nu nog met tien. Een kip met zes ééndagskuikens is in de fuik gelopen om wat graantjes te pikken en haar kleintjes te voeren. De val sluit zich en we bereiden ons voor om ze in een kleiner net te vangen. Ze verweert zich en slaat wild met de vleugels om zich heen, luid kakelend.

Fazanten met kuikens die zich bedreigd voelen, vliegen op terwijl hun offspring zich kriskras tussen struiken en gras verspreidt en verschuilt. Een moederkip daarentegen begint te ‘kloeken’ en lokt haar kuikens ter bescherming onder de vleugels en zal ze daar verdedigen op leven en dood.
Als we de gevangen kloek benaderen lopen de kuikens in alle richtingen door de gaten van de kippendraad en verstoppen zich in het opgestapelde hout en het hoge gras, net zoals hun wilde soortgenoten dat doen. In geen tijd zijn ze allemaal verdwenen en niet meer te vinden. De kip zetten we veiligheidshalve in een doos in de ren en we wachten geduldig. Minutenlang gebeurt er niets. Wij verschuilen ons achter een boom en wachten. De kloek-in-de-doos is zich van geen kwaad bewust en begint de kuikens naar zich toe te lokken. Één voor één zien we ze uit hun schuilplaats tevoorschijn komen. Vanuit alle richtingen duiken ze op en snellen ze naar hun moeder toe. Alive and kicking worden ze even later gekortwiekt maar verder ongeschonden bij een opvanggezin geplaatst, een nieuw leven tegemoet.
En toen waren ze nog met vier!
Jan Loos van ‘Welkom Wolf’ meldt opnieuw een predator aan onze grenzen. De goudjakhals breidt zijn Europees leefgebied uit in noordelijke en westelijke richting. Qua grootte ergens tussen wolf en vos wordt deze hondachtige zeker een bedreiging voor wilde kippen en tamme fazanten en een vervelende concurrent voor de jager. Ze geraken in de verdrukking… Laat ze maar wat afwarmen!
LikeGeliked door 1 persoon
Nu het stilaan begint op te koelen…
LikeGeliked door 1 persoon