Ik hoor niets en ik zeg niets. Ik praat niet en ik zeg niets. Ik zie niets en ik weet niets. Politiek. Politiek. Het regent niet en de wind is gaan liggen. We kunnen niet eindeloos toertjes blijven ronddraaien op deze aardbol om niet te weten, te horen, te zien.

Drie weken zijn we onderweg naar Byo. Bram Vermeulen kon het niet mooier neerschrijven en zingen. Alhoewel ik niet 100% zeker ben of ik hem wel goed begrijp. Vragen kan ik het hem niet, want hij is er niet.
Als we de grensweg oprijden van Botswana naar Zimbabwe, zien we een file vrachtwagens wachten om de douaneformaliteiten uit te voeren. We worden enthousiast onthaald met de vraag wie onze president is. Hebben we niet! Een koning die niets te zeggen heeft en zich niet bemoeit met politiek, is ook goed. Een premier doet het werk. En of hij een naam heeft en welk dan zijn voornaam is? Een ondervraging, zo lijkt het, maar dan van een gelukkige beamte die ons eigenlijk maar zijn nieuwe president wil aankondigen. Misschien niet moeilijk na 37j! De naam zelf is niet uit te spreken, maar hij belooft alleszins niks dan goeds. Wat sowieso sureëel klinkt in een land als dit.
Nooit zagen we hier zoveel vrachtwagens aan de grens en ook in Vic Falls op de grens met Zambia is het niet anders. Verder is het heel stil. Onderweg naar het zuiden merken we dat er geen roadblocks zijn. Braaf maar ergerlijk waren de talloze stops. Nu worden we twee keer haltgehouden door politie en leger om dan vriendelijk ´a safe journey’ toegewenst te krijgen.

Aan diezelfde grens kopen we voor het eerst een Kazavisum. De grote nationale parken tussen Angola, Botswana, Namibië, Zambia en Zimbabwe worden in dit enorme projekt met elkaar verbonden om oude migratieroutes van olifanten, wildebeesten, zebra’s enz. te herstellen. Met één visum kunnen toeristen moeiteloos de grenzen tussen deze landen overschrijden en zo een gebied van meer dan 500.000km2 doorkruisen (d.i. groter dan Spanje). Voorlopig zijn Zambia en Zimbabwe de enige die zich binden in het Kazavisum. Botswana en Namibië vereisen gelukkig geen visum, voor ons belgen. Angola in de zuidoosthoek ligt nog bezaaid met mijnen en is leeggestroopt tijdens de twintigjarige burgeroorlog. Namibië lijkt na veel talmen in de boot te springen. Het toerisme is daar aan het boomen en dan moet er meegewerkt worden.

Toch is het aanpassen aan de rust en de stilte op de wegen en in de parken langs de weg naar Byo. We passeren vrouwen met kruiken water op het hoofd. Overleven zijn ze hier gewend. Wilde dieren hebben het makkelijker in dit land van milk and honey. In Hwange NP zijn net twintig nieuwe solarpumps geïnstalleerd. Op de campsite worden we uitzinnig verwelkomd als de eerste toeristen die passeren na de machtsoverdracht.
In Byo zelf zijn de mensen ook blij maar vinden het allemaal een beetje onwerkelijk. De meesten zijn jonger dan het 37jarig bewind van de vorige president en hebben niets anders gekend. De prijzen van maismeel en rijst stijgen ondertussen en veel is er in die enkele weken niet veranderd. Het is alsof je in een bar al een tijdje naar je lege glas zit te staren en even later door de vriendelijke ober een proper leeg glas krijgt aangereikt. Schol!
De beloftes zijn veelbelovend en de potentiële mogelijkheden van het land nog groter. De commerciële boeren worden mogelijk terug met open armen ontvangen om de economie aan te zwengelen. De vraag is of ze staan te trappelen om terug te keren, ook al wordt hen in ZAfrika het vuur aan de schenen gelegd en zijn er velen die uitwijken naar zekerdere en veiligere oorden. Het toerisme is een andere troef! Die heeft voldoende aan een verandering van imago. Bij deze…en zodus zal, indien en als, geschieden.
Bonne chance daar !
LikeLike